Rente en afschrijvingen
(bedragen x € 1.000)
Rente en afschrijvingen | Primitieve begroting | Bijgestelde begroting | Realisatie | Realisatie |
---|---|---|---|---|
Rente | 2.891 | 2.740 | 2.712 | 3.505 |
Afschrijvingen en duurzame | 8.949 | 8.753 | 8.816 | 8.421 |
Totaal | 11.840 | 11.493 | 11.528 | 11.925 |
De rentelasten vallen lager uit door zowel een lagere korte rente op rekening-courantkrediet en de lage lange rente op de vaste schulden met een looptijd van een jaar of langer.
De afschrijvingen vallen € 35.827 hoger uit dan de bijgestelde begroting. Ook de duurzame waardeverminderingen vallen licht hoger uit door iets meer grondaankopen dan gepland. Op basis van het vastgestelde activabeleid wordt 50% van de aanschafprijs van duurzame oevers als waardevermindering in de exploitatie meegenomen. De duurzame waardevermindering, die onderdeel uitmaakt van de kostenpost afschrijvingen en duurzame waardeverminderingen, bedroeg in het jaar 2017 € 50.606. In de begroting was rekening gehouden met een waardevermindering van € 23.556.
Personeelslasten
(bedragen x € 1.000)
Personeelslasten | Primitieve begroting | Bijgestelde begroting | Realisatie | Realisatie |
---|---|---|---|---|
Salarissen personeel en bestuur | 14.623 | 14.593 | 14.360 | 14.090 |
Sociale premies | 3.700 | 3.766 | 3.935 | 3.699 |
Overige personeelslasten | 2.499 | 2.542 | 3.057 | 2.841 |
Personeel van derden | 2.157 | 2.951 | 3.486 | 2.816 |
Totaal | 22.979 | 23.852 | 24.837 | 23.446 |
Personeel van derden wordt ingehuurd vanwege openstaande vacatures, ziekte / zwangerschapsverlof en tijdelijk benodigde extra capaciteit (piekbelasting) of deskundigheid. De dekking van de tijdelijke krachten vindt plaats uit het totaal van de personeelslasten en de overige aan de afdelingen toegewezen budgetten.
Goederen en diensten van derden
(bedragen x € 1.000)
Goederen en diensten | Primitieve begroting | Bijgestelde begroting | Realisatie | Realisatie |
---|---|---|---|---|
Duurzame gebruiksgoederen | 1.014 | 955 | 1.341 | 1.428 |
Overige gebruiksgoederen | 1.332 | 1.332 | 1.335 | 1.406 |
Energie en water | 4.370 | 4.081 | 4.064 | 4.086 |
Huren, pachten en rechten | 1.111 | 996 | 942 | 1.084 |
Verzekeringen | 178 | 204 | 162 | 160 |
Belastingen | 51 | 52 | 57 | 62 |
Onderhoud door derden | 12.446 | 13.411 | 11.866 | 12.277 |
Overige diensten derden | 16.229 | 16.709 | 16.077 | 14.799 |
Totaal | 36.731 | 37.740 | 35.843 | 35.303 |
Duurzame gebruiksgoederen
Gebruiksgoederen die bestemd zijn voor gebruik gedurende één jaar of langer, behoren in beginsel niet in de exploitatierekening te worden verantwoord, maar te worden geactiveerd. Indien met de stichting of aankoop hiervan slechts een relatief gering bedrag gemoeid is, komt het echter in de praktijk voor dat de betreffende uitgaven niet worden geactiveerd, maar in één keer ten laste van de exploitatierekening worden gebracht. Deze verantwoording kan op deze kostensoort gebeuren. De kostensoort omvat dan ook de aanschaf van goederen met een economische levensduur van één jaar of langer die in de exploitatierekening worden verantwoord. Op de kostensoort gebruiksgoederen is € 386.000 meer uitgegeven dan was begroot.
Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen
De kostensoort omvat alle kosten die samenhangen met de aankoop van goederen die bestemd zijn voor gebruik en verbruik binnen de productieprocessen en minder dan een jaar ten dienste van het waterschap staan (en geen brandstoffen zijn). Gebruiksgoederen die bestemd zijn voor gebruik gedurende één jaar of langer en die in de exploitatierekening worden verantwoord, worden niet tot deze kostensoort gerekend, maar tot de kostensoort ‘Duurzame gebruiksgoederen’. Op de kostensoort ‘Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen’ is € 3.000 meer uitgegeven dan was begroot.
Energie en water
Deze kostensoort heeft betrekking op het energieverbruik van het waterschap, alsmede op de aankoop van energiedragers. Op de kostensoort energie en water is € 17.000 minder uitgegeven dan begroot.
Huren, pachten en rechten
Deze kostensoort omvat de betaalde huren alsmede de betaalde recognities, precariobelasting, licentie–, auteurs–, repro– en octrooirechten en alle andere betaalde rechten. De huren kunnen betrekking hebben op onroerende goederen zoals gebouwen, (dienst)woningen en opstallen, en roerende goederen zoals vervoermiddelen, rollend en varend materieel, machines, werktuigen, gereedschappen, apparatuur, instrumenten en kantoormachines. Op de kostensoort huren, pachten en rechten is € 54.000 minder uitgegeven dan was begroot.
Verzekeringen
Tot de kostensoort 'verzekeringen' worden gerekend de door het verzekeringswezen verrichte diensten, met uitzondering van de diensten van sociale verzekeringsinstellingen (deze worden tot de kostensoort 'sociale lasten' gerekend). Tot de kostensoort behoren: brand–, inbraak– en stormschadeverzekering, glasschadeverzekering, verzekering wettelijke aansprakelijkheid, schadeverzekering roerende en onroerende goederen, verzekering van onderhoudswerkzaamheden, transportverzekering, fraude– en geldwaardeverzekering, reconstructieverzekering en de collectieve ongevallenverzekering. Op de kostensoort verzekeringen is € 42.000 minder uitgegeven dan was begroot. Dit komt doordat de Construction All Risk (CAR) verzekeringen niet zijn verantwoord in de exploitatie, maar zijn toegerekend naar de investeringsprojecten.
Belastingen
Tot de 'belastingen' worden gerekend de kostprijsverhogende belastingen die door derden aan het waterschap worden opgelegd. Hieronder vallen de gemeentelijke belastingen, zoals de onroerendezaakbelasting en rioolbelasting. Tot de kostensoort worden niet gerekend de bij levering van goederen en diensten verschuldigde belastingen zoals omzetbelasting, invoerrechten, accijnzen en assurantiebelasting. Deze laatste belastingen worden gerekend tot de kostensoort waartoe de betreffende levering van goederen of diensten behoort; ook in de gevallen waarin die belastingen afzonderlijk worden betaald. Op de kostensoort belastingen is € 5.000 meer uitgegeven dan was begroot.
Onderhoud door derden
'Onderhoud door derden' omvat de door het waterschap aan derden uitbestede werkzaamheden die tot doel hebben een bepaald object in stand te houden. Tot deze kostensoort behoort ook het groot onderhoud, dat nodig is om een verwaarloosd object weer in goede staat te brengen, mits de kosten van dit onderhoud niet worden afgeschreven. Indien in de aan derden te betalen vergoeding ook een bedrag voor verbruikt materiaal is opgenomen, wordt dit ook op deze kostensoort geboekt. Tot het 'Onderhoud door derden' behoren: onderhoud waterkeringen, onderhoud watergangen en kunstwerken, het onderhoud zuiveringsinstallaties, transportsystemen en slibverwerkingsinstallaties, schoonmaakwerkzaamheden, onderhoud kantoorgebouwen en daarbij behorende tuinen, alsmede van de in de gebouwen aanwezige inventaris en de daartoe behorende installaties, onderhoud kantoormachines zoals kopieermachines, computers en randapparatuur, onderhoud van software, onderhoud werkplaatsen, magazijnen en laboratoria, alsmede van de daarin aanwezige inventaris en de daartoe behorende installaties en het onderhoud aan rijdend en varend materieel. Op de kostensoort onderhoud is € 1.545.000 minder uitgegeven dan was begroot. De grootste post in deze onderbesteding komt door de vertraagde aanleg van de Grote Trap.
Overige diensten derden
Tot deze kostensoort behoren de door het waterschap aan derden uitbestede werkzaamheden en de door derden geleverde diensten voor zover deze niet behoren tot één van de voorgaande kostensoorten en waarvoor geldt dat er een rechtstreeks verband is tussen de geleverde dienst en de bijbehorende lasten. Tot de ‘Overige diensten door derden’ worden onder andere gerekend: juridische, financiële, technische en overige adviezen door derden, contributies en bijdragen aan verenigingen en stichtingen die prestaties leveren ten behoeve van het functioneren van het waterschap (Unie van Waterschappen, STOWA, enz.), diensten van taxateurs, notarissen, makelaars en andere tussenpersonen, proces– en gerechtskosten, honoraria van accountants, artsen en anderen met een vrij beroep, controle op geldelijk beheer, boekhouding en jaarrekening, diensten van het bankwezen, advertentie– en reclamekosten, telefoonkosten, portokosten, perceptiekosten bij uitbestede belastingheffing, incassokosten, dienstverleningen computerservicebureaus (externe gegevensverwerking), bewaking en beveiliging, kaartvervaardiging en luchtkartering, vergunningen (inclusief leges), opdrachten aan externe onderzoeksbureaus, bijdragen aan de publicatie van brochures, boeken, enz., aan derden uitbetaalde schadevergoedingen, gegevensverstrekking door derden (onder andere Kadaster en gemeenten), afvoer van afval, vuil en reststoffen (bijvoorbeeld van zuiveringsinstallaties en kantoorgebouwen), gemeentelijk reinigingsrechten, slibverwerking en –afvoer door derden, betalingen aan Rijk, provincies, gemeenten, andere waterschappen en overige publiekrechtelijke organen en particulieren voor door hen uitgevoerde werkzaamheden in het kader van de exploitatie (een voorbeeld is de aan een ander waterschap betaalde vergoeding voor de zuivering van grensoverschrijdend afvalwater). Op de kostensoort ‘Overige diensten derden’ is € 632.000 minder uitgegeven dan was begroot.
Toevoegingen aan voorzieningen / onvoorzien
(bedragen x € 1.000)
Toevoegingen voorzieningen / onvoorzien | Primitieve begroting | Bijgestelde begroting | Realisatie | Realisatie |
---|---|---|---|---|
Voormalig bestuur en personeel | 100 | 100 | 33 | 547 |
Dubieuze belastingdebiteuren | 500 | 1.450 | 1.366 | 474 |
Dubieuze debiteuren | - | - | - | 14 |
Baggeren | 1.227 | 1.227 | 1.227 | 1.237 |
Bezwaren gebouwd | - | - | - | 90 |
Onvoorzien | 130 | 9 | - | - |
Totaal | 1.957 | 2.786 | 2.626 | 2.363 |
Tot de kostensoort toevoegingen aan voorzieningen behoren bedragen die in het jaar aan de voorzieningen zijn toegevoegd.
De toevoeging aan de voorziening voormalig bestuur en personeel komt voort uit nieuwe actuariële berekeningen van pensioenen en personeelsregelingen.
De voorziening dubieuze belastingdebiteuren was primitief begroot op € 500.000. Op basis van de tussentijdse rapportage van GBLT is de dotatie eenmalig met € 950.000 verhoogd tot € 1.450.000. De uiteindelijke dotatie bedraagt € 1.365.768. Op basis van een beoordeling van de (handels)debiteuren wordt geen dotatie aan de voorziening dubieuze (handels)debiteuren noodzakelijk geacht.
Het genoemde bedrag van € 1.226.539 voor baggeren is de jaarlijkse dotatie aan deze voorziening. De jaarlijkse uitgaven van baggerprojecten worden ten laste van deze voorziening gebracht (zie ook toelichting op de passiva, onderdeel voorzieningen).
Onvoorzien
Tot 'onvoorzien' behoren de op de begroting te ramen lasten die dienen om onvoorziene lasten te kunnen financieren. Op deze kostensoort worden geen bedragen verantwoord. In de primitieve begroting is voor onvoorziene uitgaven een bedrag van € 130.000 opgenomen. De post onvoorzien is in 2017 bijna geheel benut. Er is € 27.000 besteed aan het onderzoeksprogramma Wetsus, er is € 44.000 besteed aan het project Energie en Gemalen en er is € 50.000 besteed aan het opnieuw wikkelen van de kapotte motor van gemaal Smeenge.