Het weerstandsvermogen zegt iets over de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt om bedrijfsrisico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen op te kunnen vangen. Hierbij zijn de beschikbare weerstandscapaciteit en risico’s bepalende factoren.

De beschikbare weerstandscapaciteit is als volgt te berekenen:

Beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2017 voor resultaatbestemming
(bedragen x € 1.000.000)

Weerstandscapaciteit

ultimo 2017

Risico reserves

13,1

Algemene reserve

4,9

Beschikbare weerstandscapaciteit

18,0

Risico’s
Op 25 oktober 2016 zijn in de Algemene Vergadering de uitkomsten van de laatste risicoanalyse besproken. Op basis van de uitgevoerde risicoanalyse bedraagt de omvang van de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) € 13,1 miljoen met een zekerheid van 99%.

In de paragraaf 'Weerstandsvermogen' in de Begroting, de Jaarstukken en de Bestuursrapportage wordt gerapporteerd over significante wijzigingen die zich hebben voorgedaan sinds de meest recente organisatiebrede risicoanalyse. Hierbij wordt gerapporteerd over bestuurlijk relevante risico’s, welke het beleid van het waterschap kunnen raken.

In de Bestuursrapportage zijn de volgende risico’s opgenomen die nog actueel zijn en waarvan de omvang relatief groot is:

Energiebelasting
Met de Belastingdienst loopt al langere tijd een discussie over de correcte toepassing van de zogenaamde complexbepaling bij energiebelasting. Bij toepassen van deze complexbepaling kunnen meerdere aansluitingen op elektriciteit als één worden gezien waardoor wij als afnemer, gunstiger door de verschillende schijven van de energiebelasting lopen. Waterschap Zuiderzeeland heeft voor de zuiveringstaak de complexbepaling goed toegepast. Bij de bemalingstaak is dat nog de vraag. De Belastingdienst doet nog onderzoek of het waterschap dit in voorgaande jaren correct heeft toegepast. Indien het eindresultaat voor het waterschap negatief uitvalt, kan dit leiden tot een aanzienlijke naheffing. Vanaf 2015 past het waterschap geen complexbepaling meer toe bij aansluitingen t.b.v. de bemalingstaak. Bij aansluitingen voor de zuiveringstaak overigens wel. De aanvraag hiervoor heeft het waterschap aan het begin van het jaar gedaan zonder standpunt in te nemen of het dat in het verleden correct heeft toegepast.

Schadeclaims
In de bestuursrapportage is opgenomen dat de omvang van het financieel risico van de schadedossiers € 1,3 miljoen bedraagt. Tussen het opstellen van de bestuursrapportage en de jaarrekening zijn hierin geen significantie wijzigingen opgetreden.

Tariefdifferentiatie wegen
In december 2017 heeft het Gerechtshof in Arnhem - Leeuwarden onze belastingorganisatie GBLT in het ongelijk gesteld in een zaak die aanhangig was gemaakt door de provincie Flevoland. Punt van dispuut was over welk deel van de wegen tariefdifferentiatie kan worden toegepast. GBLT baseert zich op het standpunt dat dit moet worden toegepast op de weg inclusief alle hieraan dienstbare oppervlaktes, zoals wegbermen. Volgens de provincie Flevoland kan slechts op het verharde oppervlak differentiatie worden toegepast. Het Gerechtshof in Arnhem - Leeuwarden is meegegaan in het standpunt van de provincie Flevoland. GBLT is in cassatie gegaan tegen deze uitspraak. Het financiële risico bedraagt voor de afgelopen jaren € 40.000.

Drontermeerdijk
Het dijkversterkingsproject Drontermeerdijk maakt deel uit van het gebiedsproject IJsseldelta Zuid Fase II. In september 2016 heeft de Algemene Vergadering ingestemd met de hoofdlijnen van de bestuursovereenkomst voor de planuitwerkingsfase van dit project. De plannen worden nu uitgewerkt. Bij de uitwerking komen aandachtspunten en risico's naar voren, die zo goed mogelijk worden beheerst. In de bestuursovereenkomst ligt de afspraak vast dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het project financiert met een taakstellend budget. Het project is qua aard en financiële omvang een groot project wat aandacht vraagt in de sturing en beheersing.